Uiteindelijk toch een echte kater

Loek bleef maar klein en broos. Hij wilde wel groeien, maar zijn lijfje werkte niet mee. Zijn darmen hadden moeite met het verteren van eten, en zijn ontlasting was zo wisselend dat hij soms de bak niet eens haalde. Eten was ook een avontuur en Loek had ALTIJD honger. Zoveel honger, dat hij bleef denken dat hij voor iedere hap moest vechten. Zodra hij eten kreeg, schrokte hij, gromde eens naar de anderen, en liep om zijn eten heen terwijl hij at. "Dit is allemaal van mij, waag het eens het af te pakken" zei hij. Maar hoeveel hij ook naar binnen werkte, hij leek er nooit van te groeien.
Hij stond laag op zijn pootjes, zijn lijfje achtergebleven in ontwikkeling. Waarom precies? Dat is nooit helemaal duidelijk geworden. De dierenarts onderzocht hem van top tot teen, luisterde, keek, testte, maar vond geen enkel probleem dat zijn moeizame start verklaarde.
En kijk hem nu eens. Loek is uitgegroeid tot een echte kater. Slank, lenig, vol eigenwijs zelfvertrouwen. Zwaar zal hij wel nooit worden, dat hoort gewoon bij hem. Maar de zorgen van vroeger, die zijn verdwenen. Met aangepaste voeding, wat supplementen en vooral heel veel geduld is Loek helemaal opgebloeid. Hij eet rustig, speelt als een dondersteen, slaapt tevreden, en spint alsof elke dag een cadeautje is.

